Juistheid, herhaalbaarheid en nauwkeurigheid zijn drie termen die gebruikt worden om de kwaliteit van een meting te beschrijven, maar ze verwijzen naar verschillende aspecten ervan.
- Juistheid verwijst naar hoe dicht een meting of reeks metingen de ware of verwachte waarde benadert. Met andere woorden, juistheid meet hoe goed een meting de werkelijkheid weerspiegelt.
- Precisie daarentegen verwijst naar hoe consistent of reproduceerbaar een meting is. Met andere woorden, precisie meet hoe goed een meting gerepliceerd of herhaald kan worden. Een meting kan nauwkeurig zijn, zelfs als deze niet precies is. Als u bijvoorbeeld vijf dartpijlen gooit en ze raken allemaal dezelfde hoek van het dartbord, dan is uw worp nauwkeurig maar niet waarheidsgetrouw.
Een ander woord om precisie te beschrijven is herhaalbaarheid; het vermogen van een analytische balans om hetzelfde resultaat te geven wanneer hetzelfde monster meerdere keren gewogen wordt. Als een balans een goede herhaalnauwkeurigheid heeft, betekent dit dat hij hetzelfde monster meerdere keren kan wegen en resultaten kan geven die zeer dicht bij elkaar liggen. - Nauwkeurigheid is de combinatie van juistheid en precisie. Als metingen consistent dicht bij de werkelijke waarde liggen, worden ze als nauwkeurig beschouwd.