Algemene vragen over Thornton-producten

Reproduceerbaarheid is de nauwkeurigheid of consistentie van een reeks metingen die zijn verricht op een constante parameter. Nauwkeurigheid is nauwkeurigheid van metingen volgens een geaccepteerde standaard, vaak uitgedrukt als de onnauwkeurigheid of fout. Een hoge nauwkeurigheid vereist een goede reproduceerbaarheid. Echter, reproduceerbare metingen kunnen allemaal grote fouten vertonen, als ze consistent zijn. 

Systeemnauwkeurigheid is gewoonlijk de som van de fouten van de verschillende componenten in de meeste gevallen, het instrument en de sensor.

• Conductiviteit - De instrumentnauwkeurigheid is typisch +/-0,3% van de afgelezen waarde voor instrumenten uit de 770-serie en +/-0,5% van de afgelezen waarde voor instrumenten uit de 200-serie. De nauwkeurigheid van de geleidendheidssensor is gewoonlijk +/-1% van de afgelezen waarde.
• pH - De pH-nauwkeurigheid van het instrument is +/-0,02 pH. pH-sensoren worden op locatie gekalibreerd, wat betekent dat de nauwkeurigheid van de kalibratie afhangt van de tolerantie van de standaardbufferoplossingen die voor de kalibratie worden gebruikt. Echter, de feitelijke meetnauwkeurigheid in een proces is ten zeerste afhankelijk van de toepassing en kan variëren tussen +/-0,1 en +/-1 pH, afhankelijk van samenstelling, temperatuur, druk, sensorstoring, enz.

Thornton-instrumenten worden voornamelijk op veilige locaties gebruikt voor waterzuivering. Sommige gebruikers hebben echter behoefte aan installatie in explosiegevaarlijke ruimtes. Een gebruiker heeft de 200CR geïnstalleerd in een explosieveilige kast met raam en explosieveilige leiding die naar een sensor loopt met NPT-bedrade bovenkant.

Anderen hebben intrinsieke veiligheidsbarrières toegepast bij de 200CR. Daarvan zijn er gewoonlijk twee nodig, een voor het AC-conductiviteitssignaal en een voor het DC-temperatuursignaal. De temperatuurkalibratie moet op locatie worden uitgevoerd bij het opstarten om barrièreweerstand te compenseren. Omdat geleidendheidssensoren bestaan uit eenvoudige elektrodecontacten en een RTD van 1000 ohm, worden ze beschouwd als eenvoudige apparatuur waarvoor geen officiële goedkeuring vereist is.

Omdat locaties hun eigen voorkeuren voor bepaalde barrièremerken lijken te hebben, hebben we niet gestandaardiseerd op een aanbevolen barrière. Instrumenten van 200 pH kunnen niet worden gebruikt met intrinsieke veiligheidsbarrières, omdat de aarding niet compatibel is.

Locaties van klasse I, divisie 2 vereisen geen explosieveilige of intrinsieke veiligheidsbarrières, hoewel deze wel mogen worden gebruikt. Aan de vereisten voor divisie 2 kan worden voldaan door apparatuur die niet brandgevaarlijk is, d.w.z. apparatuur die geen componenten met een hoge temperatuur heeft of open contacten die bij normale werking een vlamboog kunnen veroorzaken, waardoor een brandbaar gas zou kunnen ontvlammen. Conductiviteits- en pH-sensoren van Thornton werken op zeer lage stroom en kunnen als niet brandgevaarlijk worden beschouwd, hoewel ze hierop niet zijn beoordeeld door een onafhankelijke instantie.

Asterisken zijn een indicatie van een sensor- of meetfout. Het betekent dat de meting buiten het bereik valt, wat kan worden veroorzaakt door: sensor ontkoppeld of verkeerd bedraad, geen monster bij de sensor, conductiviteit/weerstand van het monster is te hoog of te laag voor de sensor en het instrument om te meten, sensorstoring, enz. Controleer ook de temperatuurmeting. Als de temperatuurmeting asterisken weergeeft, wat duidt op een probleem met die meting, zal elke voor temperatuur gecompenseerde meting ook asterisken weergeven, zelfs als de meting verder in orde is.