Hulp nodig?
Wij willen u helpen bij het bereiken van uw doelen. Praat met onze experts.

Laboratorium conductiviteitselektrode

Nauwkeurige conductiviteitselektroden voor een groot aantal toepassingen in het laboratorium en daarbuiten

Een conductiviteitselektrode meet het ionengehalte van een waterige oplossing, waarbij gebruik wordt gemaakt van de elektrische geleidbaarheid. Het bepalen van de geleidbaarheid is voor veel laboratoria van essentieel belang om de gewenste productkwaliteit te garanderen, zoals bij farmaceutisch onderzoek, de kwaliteitscontrole van voedingsmiddelen en dranken, wateranalyse en milieubewaking. METTLER TOLEDO produceert betrouwbare conductiviteitselektroden voor nauwkeurige metingen in oplossingen met een hoge en lage geleidbaarheid, voor allerlei toepassingen in het laboratorium en daarbuiten.

Bel ons voor een offerte

De voordelen van de laboratorium conductiviteitselektroden van METTLER TOLEDO

De juiste elektrode voor uw vereisten

De juiste elektrode voor uw vereisten

Beproefde geleidbaarheidsceltechnologieën garanderen een nauwkeurige en betrouwbare geleidbaarheidsbepaling. Zoek de juiste geleidbaarheidseleketrode die snel en nauwkeurig is en weinig onderhoud behoeft, zowel voor de bewaking van de ionische concentratie van een oplossing in het laboratorium als voor metingen in zware omgevingen buiten of in productievestigingen.

Gebruiksvriendelijk

Gebruiksvriendelijk

Bespaar tijd op kalibratie door gebruik te maken van een conductiviteitselektrode met een gecertificeerde celconstante, die moet worden geverifieerd om nauwkeurige resultaten te garanderen. Bovendien maakt het Intelligent Sensor Management (ISM®)-systeem een snelle en eenvoudige opstelling mogelijk, aangezien de meter de aangesloten conductiviteitselektrode automatisch detecteert.

Duurzaam

Duurzaam

De conductiviteitselektroden van METTLER TOLEDO leveren niet alleen hoge prestaties. Dankzij de juiste combinatie van materialen en technologieën hebben ze bovendien een langere duurzaamheid en levensduur, zolang de juiste elektrode voor elke laboratorium- of veldtoepassing wordt gebruikt. Onze schachtmaterialen garanderen de robuustheid van de conductiviteitselektroden, zelfs in zware of semi-productieomgevingen.

Nauwkeurigheid binnen een groot geleidbaarheidsbereik

Nauwkeurigheid binnen een groot geleidbaarheidsbereik

De 2-polige geleidbaarheidscellen zijn de perfecte oplossing voor het verkrijgen van nauwkeurige metingen in monsters met een lage geleidingscoëfficiënt, zoals zuiver water of sterk verdunde waterige en niet-waterige oplossingen. Elektroden met 4-polige geleidbaarheidscellen vertonen een grote lineariteit binnen een groot geleidbaarheidsbereik.

Snelle en traceerbare resultaten

Snelle en traceerbare resultaten

Dankzij de Intelligent Sensor Management (ISM®)-technologie kan het instrument automatisch de aangesloten conductiviteitselektrode detecteren met gebruik van de meest recentelijk opgeslagen kalibratiedata. Dit garandeert veilige, nauwkeurige en traceerbare resultaten.

Geen enkele drift

Geen enkele drift

Sluit een doorstroom-geleidbaarheidscel op uw conductiviteitselektrode aan en minimaliseer het contact tussen het monster en atmosferisch CO2. Dit voorkomt drift en garandeert nauwkeurige metingen, zelfs bij monsters met een lage geleidbaarheid, zoals zuiver water.

Totaaloplossing

Totaaloplossing

METTLER TOLEDO levert complete elektrochemische systemen, van meters en elektroden tot kalibratie- en verificatiestandaarden en software. Profiteer van de Intelligent Sensor Management (ISM®)-technologie en de automatische oplossingen voor uw datacompliance.

+32 2 334 02 11
Bel Service

Ontdek onze services - Aangepast aan uw apparatuur

Wij ondersteunen en onderhouden uw meetapparatuur gedurende de gehele levenscyclus, van installatie tot preventief onderhoud en van kalibratie tot reparatie.

Uptime
Ondersteuning & Reparatie
Performance
Onderhoud & Optimalisatie
Compliance
Kalibratie & Kwaliteit
Expertise
Training & Consulting

FAQs

Wat is een laboratorium conductiviteitselektrode?

Een laboratorium conductiviteitselektrode is een instrument voor het meten van de elektrische geleidbaarheid van een elektrolytoplossing en is gebaseerd op het vermogen van het materiaal om een elektrische stroom te geleiden. Het wordt gebruikt om de geleidbaarheid in laboratorium- en veldtoepassingen te meten.

De elektrolyten lossen op en de ionen geleiden de elektriciteit. Hoe groter de ionenconcentratie, hoe hoger de geleidbaarheid. De meetcel van de conductiviteitselektrode bestaat uit minimaal twee elektrisch geleidende polen met een tegengestelde lading om de geleiding van een monster te meten.

 

Hoe werkt een laboratorium conductiviteitselektrode?

Geleidbaarheid is gebaseerd op de wet van Ohm, waarbij de spanning (V) door een oplossing evenredig is aan de stroom (I), en de weerstand (R) een evenredigheidsconstante is. R kan worden berekend met de gemeten stroomwaarde, wanneer een bekende spanning wordt toegepast. De geleiding (G) wordt gedefinieerd als het omgekeerde van de weerstand en om de geleiding van een monster te meten, moet een meetcel worden gebruikt. De geleidingsmeting is afhankelijk van de geometrie van de meetcel, die wordt beschreven door de celconstante (K). Dit is de verhouding tussen de afstand (l) en het oppervlak (A) van de polen. De geleiding kan worden omgezet in de gestandaardiseerde geleidbaarheid door de geleiding en de celconstante met elkaar te vermenigvuldigen.

 

Waarom werkt de geleidbaarheidskalibratie alleen met een éénpuntskalibratie?

De meeste klanten meten de geleidbaarheid binnen een zeer beperkt bereik, bijv. altijd dezelfde drank of gedeïoniseerd water. Bij een éénpuntskalibratie wordt het bereik tussen 0 µS/cm en dit kalibratiepunt gekalibreerd. Het is raadzaam om een standaard te kiezen met een hogere geleidbaarheid dan de verwachte waarde in het monster, bijv. 1413 µS/cm als 1200 µS/cm wordt verwacht. Het uitvoeren van een tweede kalibratiepunt in dit voorbeeld zou de waarde niet veel veranderen, omdat de aangrenzende standaarden 500 µS/cm en 12,88 mS/cm ver weg liggen. Volgens methode 2510B van de 'Standaardmethodes voor het onderzoek van water en afvalwater' en ASTM D1125 is een éénpuntskalibratie van de celconstante bij een representatieve geleidbaarheid voldoende voor nauwkeurige geleidingswaarden.

Een geleidbaarheidskalibratie met meerdere punten is alleen geldig als u dezelfde elektrode binnen een groot bereik gebruikt, bijvoorbeeld van 50 tot 5000 µS/cm. In dat geval is de geschikte reeks standaarden 84 µS/cm, 1413 µS/cm en 12,88 mS/cm.

 

Wat is het verschil tussen een 2-polige en een 4-polige conductiviteitselektrode?

Klassieke 2-polige geleidbaarheidscellen bestaan uit twee platen. Normaal gesproken zijn de platen omgeven door een externe buis die bescherming biedt tegen mechanische schade en de fouten vermindert die door veldeffecten worden veroorzaakt. Het voordeel van een 2-polige geleidbaarheidscel is het meten van een lage geleidbaarheid met hoge nauwkeurigheid. Een typisch meetbereik loopt van 0,001 μS/cm tot 1000 μS/cm. De belangrijkste toepassingen van een 2-polige cel zijn de geleidbaarheidsmeting van zuiver water en sterk verdunde waterige en niet-waterige oplossingen.

Een 4-polig celontwerp bestaat uit een externe pool en een interne pool. De externe polen zijn de stroompolen waarop een wisselstroom wordt toegepast. Ze worden op dezelfde manier aangedreven als de 2-polige elektrode. De interne meetpolen worden in het elektrische veld van de stroompolen geplaatst en meten de spanning met gebruik van een hoge-impedantie-versterker. Hierdoor vloeit er zeer weinig stroom in de interne polen waar de meting wordt uitgevoerd. Er treden ook er geen polarisatie-effecten op die de meting beïnvloeden. Het voordeel van een 4-polige geleidbaarheidscel is het meten van de geleidbaarheid over een breed meetbereik van 10 μS/cm tot 1000 mS/cm. De belangrijkste toepassingen van dit elektrodetype zijn metingen in zeewater, afvalwater of verdunde zuren of basen.

 

Wat zijn de criteria voor het selecteren van de juiste conductiviteitselektrode voor laboratoria?

Het kiezen van de juiste conductiviteitselektrode voor laboratoria is van cruciaal belang voor het verkrijgen van nauwkeurige en betrouwbare resultaten. De juiste elektrode is de elektrode die aan de toepassingsvereisten voldoet.

a. Een basisvereiste is dat er geen chemische reacties optreden tussen het monster en de elektrode. Voor chemisch reactieve monsters zijn glas en platina vaak de beste keuze, omdat ze de beste chemische weerstand hebben van alle veelgebruikte celmaterialen. Voor veldtoepassingen en veel laboratoriumtoepassingen is de mechanische stabiliteit van de elektrode nog belangrijker. Vaak wordt een conductiviteitselektrode van epoxyhars met grafietelektroden gebruikt, omdat deze materialen duurzaam zijn en een goede chemische bestendigheid hebben. Voor laagreactieve waterige oplossingen en organische oplosmiddelen is het gebruik van stalen of titanium cellen vaak een goed alternatief. De keuze is met name belangrijk voor monsters die niet-waterachtig zijn, een lage geleidbaarheid en een hoog eiwitgehalte hebben of viskeus zijn, aangezien normale pH-elektroden een mogelijke bron van fouten zijn.

b. Een geschikte celconstante correleert met de geleidbaarheid van het monster. Hoe lager de verwachte geleidbaarheid van het monster, hoe kleiner de celconstante van de elektrode moet zijn. Bij de keuze tussen een 2-polige cel en een 4-polige cel gebruikt u de volgende vuistregel: voor lage geleidbaarheidsmetingen wordt een 2-polige cel gebruikt. Voor metingen met gemiddelde tot hoge geleidbaarheid heeft een 4-polige cel de voorkeur, vooral voor metingen over een breed geleidbaarheidsbereik.
 

Hoe wordt de temperatuur gecompenseerd tijdens het meten van de geleidbaarheid?

Er zijn verschillende manieren om de temperatuur te compenseren.

De geleidbaarheid in een waterige oplossing wordt sterk beïnvloed door de temperatuur (~ 2%/°C). Daarom is het gebruikelijk om elke meting te koppelen aan een referentietemperatuur. 20°C of 25°C zijn de gebruikelijke referentietemperaturen voor geleidbaarheidsmetingen.

Er zijn verschillende methodes ontwikkeld om de temperatuur te corrigeren voor verschillende gebruikers:

  • Lineair: voor gemiddelde en sterk geleidende oplossingen
  • Niet-lineair: natuurlijk water zoals grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en afvalwater
  • Zuiver water: ultra-zuiver water, gedeïoniseerd water, gedestilleerd water
  • Geen: sommige standaarden, zoals USP <645>, verbieden elke temperatuurcompensatie

De invloed van de temperatuur op verschillende ionen en zelfs verschillende concentraties van hetzelfde ion vormt vaak een uitdaging. Daarom moet voor elk type monster een compensatiefactor, ofwel de temperatuurcoëfficiënt (α), worden vastgesteld. (Dit is ook het geval voor de kalibratiestandaarden. Alle meters van METTLER TOLEDO kunnen automatisch rekening houden met deze compensatie door gebruik te maken van vooraf ingestelde temperatuurtabellen.)

 

Wat is de juiste manier om conductiviteitselektroden voor laboratoria te bewaren?

Alle handleidingen bevatten de nodige informatie over het kort en langdurig opbergen van elektroden. Over het algemeen moeten conductiviteitselektroden droog worden opgeborgen als ze lange tijd moeten worden bewaard.

 

Wat is de verwachte levensduur van een conductiviteitselektrode voor laboratoria?

Conductiviteitselektroden voor laboratoria hebben geen houdbaarheidsdatum. Wanneer de elektrode en de kabel binnen de gespecificeerde temperatuurlimieten worden gebruikt zonder enige invloed van zware mechanische krachten of bijtende chemicaliën, dan kan dit instrument theoretisch voor onbepaalde tijd worden gebruikt. Er kunnen echter verschuivingen in de celconstante optreden door ophoping van vettige substanties en bezinksel. In de meeste gevallen kan spoelen met ethanol, isopropylalcohol of aceton de elektrode herstellen.

 

Welke conductiviteitselektroden voor laboratoria hebben een nominale of gecertificeerde celconstante?

Bij elektroden voor een laag geleidbaarheidsbereik, zoals de InLab 741, InLab 742 en InLab Trace, staat een gemeten celconstante op hun certificaat. Dit zijn gecertificeerde celconstanten die direct na het fabricageproces in de fabriek worden bepaald met een traceerbaarheid conform ASTM en NIST. Gezien de maximale onzekerheid van ± 2% zijn ze nauwkeurig genoeg en kunnen ze worden gebruikt voor geleidbaarheidsmetingen door de celconstante direct in de meter in te voeren, zonder dat een kalibratie nodig is. De gecertificeerde celconstante staat vermeld op het kwaliteitscertificaat, is op de sensorkabel afgedrukt en is ook op de ISM-sensorchip opgeslagen.

Aangezien deze elektroden speciaal ontworpen zijn voor gebruik in laaggeleidende media, zoals zuiver water, ultra-zuiver water, gedestilleerd water en gedeïoniseerd water, is het zeer onwaarschijnlijk dat de meetcel wordt beïnvloed door verontreiniging. Daarom kan de celconstante als stabiel worden beschouwd. Toch is het van cruciaal belang om de nauwkeurigheid met een geleidbaarheidsstandaard (bijv. 10 µS/cm) regelmatig te controleren.

Alle overige conductiviteitselektroden van METTLER TOLEDO hebben nominale celconstanten afgedrukt op het certificaat. Deze elektroden moeten vóór het gebruik met de juiste kalibratiestandaarden worden gekalibreerd.

 

Wanneer moet een kalibratie of verificatie van de geleidbaarheidssensor voor laboratoria worden uitgevoerd?

Als de exacte celconstante niet bekend is, moet de kalibratie worden uitgevoerd. Als de exacte celconstante wel bekend is, is verificatie voldoende. Dit is het geval bij elektroden met een gecertificeerde celconstante of eerder gekalibreerde elektroden.

 

Is de geleidbaarheid van niet-waterige oplossingen meetbaar?

Ja, die waarde is meetbaar. Organische stoffen hebben ook dissociatieve eigenschappen. Organische verbindingen zoals benzeen, alcohol en aardolieproducten hebben over het algemeen een zeer lage geleidbaarheid.

 

Hoe wordt een conductiviteitselektrode voor laboratoria gereinigd?

De elektrode moet na elke meting met gedeïoniseerd water worden afgespoeld. Als de elektrode werd blootgesteld aan een monster dat niet mengbaar was met water, moet de elektrode worden gereinigd met een met water mengbaar oplosmiddel, bijvoorbeeld ethanol of aceton, en daarna zorgvuldig worden afgespoeld met gedeïoniseerd water. Als vaste stoffen zich in de meetcel hebben opgehoopt, moeten ze voorzichtig met een wattenstaafje gedrenkt in een reinigingsoplossing worden verwijderd. Daarna moet de elektrode met gedeïoniseerd water worden afgespoeld.

(Let op: elektroden met geplatineerde polen mogen nooit mechanisch worden gereinigd, omdat de elektroden daardoor beschadigd kunnen raken).