Confiserie Sprüngli - METTLER TOLEDO
Case study

Confiserie Sprüngli

Case study

Combinatie van kassa en wegen

Confiserie Sprüngli casestudy
Confiserie Sprüngli casestudy

Geïntegreerde kassaweegsystemen

Confiserie Sprüngli is een beroemde producent van de heerlijkste Zwitserse chocoladespecialiteiten. Het succes van deze onderneming is gebaseerd op een traditie van dagverse producten van topkwaliteit. In de 20 verkooplocaties van dit bedrijf in en rond Zürich worden kassaweegsystemen van METTLER TOLEDO gebruikt om de winkelervaring zo plezierig mogelijk te maken.

De grootste winkel van Confiserie Sprüngli aan de Paradeplatz in Zürich is een ontmoetingsplaats voor de bewoners van de stad en een onmisbare ervaring voor toeristen en zakenreizigers. In de winkels worden alle heerlijkheden verkocht die dit familiebedrijf produceert: van dagverse truffels, pralines en taarten tot de bekende ‘Luxemburgerli’ makronen en hartige lekkernijen. Dankzij de 15 kassaweegsystemen verloopt het verkoopproces zonder problemen. Het productassortiment is in verschillende groepen ingedeeld, met voor elke groep een aparte toonbank. Dit voldoet aan de behoeften van elke klant, zoals mensen die in alle rust hun favoriete pralines willen selecteren of mensen die snel een sandwich, een pot muesli of een andere snack willen kopen.

Snelle bediening via het touchscreen en specifieke verkoopanalyse per item

Confiserie Sprüngli besloot om het bestaande kassaweegsysteem grondig te vernieuwen. Het doel was om in alle vestigingen dezelfde apparatuur te gebruiken, zodat personeelsleden breder inzetbaar zijn en de onderhoudsprocessen vereenvoudigd worden. Bovendien hoopte Confiserie Sprüngli op een meer gedetailleerde, specifieke verkoopanalyse per item. De onderneming die al sinds de jaren 1990 klant van METTLER TOLEDO is, begon de eerste fase van het investeringsplan met een evaluatie. 

"We wilden vaststellen of de technologie van METTLER TOLEDO geschikt was voor de toekomst,” zegt Edy Neininger, Hoofd van IT bij Confiserie Sprüngli. "Aan het einde van de evaluatiefase konden we die vraag met een duidelijke ‘Ja’ beantwoorden."